Vandaag even iets anders. Een ode aan het dier. En niet zomaar een dier, nee, het dier wat er altijd voor je is. Het dier dat je beter laat voelen. Het dier dat je soms meer nodig hebt dan de mensen om je heen. Jep, huisdieren.
Vanaf dat ik klein was hadden we al verschillende dieren. Een kat, verschillende honden en een blijkbaar agressieve kanarie die ik me niet kan herinneren. Toen ik een jaar of zes was, kwamen we er achter dat een van onze honden in verwachting was. Een paar weken later waren er puppy’s. Nu ben ik dus opgegroeid met deze honden, ik kan me niet meer voorstellen wat ik zonder ze zou moeten. Maar niet alleen honden, nee, katten ook. Ik had zo’n twee jaar geleden een vriendje met een kat. Die kat (haar naam was toepasselijk Boem!) hield ontzettend van stoeien, ik hield ook van stoeien en ik zat dan ook onder de krassen na een stoeipartij. Maar dat was het dan toch weer waard ofzo.
Wat ik wil zeggen, huisdieren zijn iets waar ik nooit zonder ga/wil kunnen. Ik heb ze nodig. Als ik nu verdrietig ben ’s avonds en ik weet dat ik de volgende ochtend moeite ga hebben met opstaan, laat ik mijn honden op en naast mijn bed slapen. Als ik dan wakker word de volgende ochtend, ligt er ergens tussen mijn dekens een opgerold bolletje hond die me vrolijk over mijn neus likt als ik hem optil en knuffel. Dan kan ik weer. Dan kan ik weer die ochtend trotseren en niemand die me tegen houdt. Zielsveel houd ik van ze. Ook al blaffen ze, laten ze scheten en likken ze me soms recht in mijn neus. Ik hou van ze.
Daar waar mensen soms te kort schieten, zijn dieren. Ze verwelkomen je, elk op hun eigen, unieke manier. Maar binnenkort ga ik het huis uit. Het is niet duidelijk hoe lang het nog duurt en waar ik precies ga wonen, maar thuis wonen zal niet lang meer duren. Dat betekend dat ik mijn honden moet achterlaten. Ik denk dat ik dat moeilijker vind dan het achterlaten van mijn ouders. Het is immers vrij vreemd om je moeder bij je op bed te laten slapen als je verdrietig bent. Nee, ik ga alleen wonen en ik heb geen tijd om zelf een hond te verzorgen. Ik zit er dus aan te denken een kat te nemen. Misschien twee. Of twaalf.
Nee, zonder huisdieren kan ik niet. En misschien eindig ik wel als een oude spinster met vijf honden en zestien katten. Maar zolang die dieren met elkaar in vrede kunnen leven en net zo veel van mij houden als ik van hen, ben ik werkelijk waar gelukkig.