Miauw.

Vandaag even iets anders. Een ode aan het dier. En niet zomaar een dier, nee, het dier wat er altijd voor je is. Het dier dat je beter laat voelen. Het dier dat je soms meer nodig hebt dan de mensen om je heen.  Jep, huisdieren.

Vanaf dat ik klein was hadden we al verschillende dieren. Een kat, verschillende honden en een blijkbaar agressieve kanarie die ik me niet kan herinneren. Toen ik een jaar of zes was, kwamen we er achter dat een van onze honden in verwachting was. Een paar weken later waren er puppy’s. Nu ben ik dus opgegroeid met deze honden, ik kan me niet meer voorstellen wat ik zonder ze zou moeten. Maar niet alleen honden, nee, katten ook.  Ik had zo’n twee jaar geleden een vriendje met een kat. Die kat (haar naam was toepasselijk Boem!) hield ontzettend van stoeien, ik hield ook van stoeien en ik zat dan ook onder de krassen na een stoeipartij. Maar dat was het dan toch weer waard ofzo.

Wat ik wil zeggen, huisdieren zijn iets waar ik nooit zonder ga/wil kunnen. Ik heb ze nodig. Als ik nu verdrietig ben ’s avonds en ik weet dat ik de volgende ochtend moeite ga hebben met opstaan, laat ik mijn honden op en naast mijn bed slapen. Als ik dan wakker word de volgende ochtend, ligt er ergens tussen mijn dekens een opgerold bolletje hond die me vrolijk over mijn neus likt als ik hem optil en knuffel. Dan kan ik weer. Dan kan ik weer die ochtend trotseren en niemand die me tegen houdt. Zielsveel houd ik van ze. Ook al blaffen ze, laten ze scheten en likken ze me soms recht in mijn neus. Ik hou van ze.

Daar waar mensen soms te kort schieten, zijn dieren. Ze verwelkomen je, elk op hun eigen, unieke manier. Maar binnenkort ga ik het huis uit. Het is niet duidelijk hoe lang het nog duurt en waar ik precies ga wonen, maar thuis wonen zal niet lang meer duren. Dat betekend dat ik mijn honden moet achterlaten. Ik denk dat ik dat moeilijker vind dan het achterlaten van mijn ouders. Het is immers vrij vreemd om je moeder bij je op bed te laten slapen als je verdrietig bent. Nee, ik ga alleen wonen en ik heb geen tijd om zelf een hond te verzorgen. Ik zit er dus aan te denken een kat te nemen. Misschien twee. Of twaalf.

Nee, zonder huisdieren kan ik niet. En misschien eindig ik wel als een oude spinster met vijf honden en zestien katten. Maar zolang die dieren met elkaar in vrede kunnen leven en net zo veel van mij houden als ik van hen, ben ik werkelijk waar gelukkig.

Af.

Even een moment om alles van me af te schrijven. Even mijn hart te luchten en mijn gedachtegang vast te leggen in plaats van te laten razen. Zie, ik heb namelijk de laatste tijd moeite met het mezelf vermaken. Zit vaak thuis te staren van het ene scherm naar het andere en ik word er NAAR van. Met hoofdletters. Ja ik heb moeite, moeite met mezelf vrolijk te houden en de dingen te doen die ik nodig heb om me goed te voelen. Het lijkt een beetje alsof ik het allemaal wil laten oplossen door een ander. Ergens vorige week kwam ik terecht bij een heuse Youtube video over gescheiden mensen die advies gaven over het huwelijk. Ik verveelde me vooral, dus ik besloot hem aan te klikken. Maar in plaats van de standaard adviezen die ik verwachtte werd ik verrast met iets dat me de hele week bij bleef. Een simpel overgedragen boodschap, maar ontzettend moeilijk te evenaren. “Je moet eerst zelf gelukkig kunnen zijn, voordat je gelukkig kan zijn met een ander.”

Bam. Een waarheid als een bus (wat dat ook moge betekenen). En ik wist meteen dat dit iets was waar ik iets mee moest doen. Iets waar ik over na moest denken. Maar goed, ik ben twintig, mijn hersenen verduren miljoenen prikkels per dag en het weekend vaagde mijn  advies weg zoals de herfst momenteel de zomer langzaam aan het wegvagen is. Ik vergat het. Vandaag echter voelde ik me weer heerlijk miserable. Ik zat te denken aan hoeveel zin ik had in de winter en betrapte mezelf erop van de winter te verwachten mijn gemoedstoestand beter te maken. Het leuke daar aan is, dat ik dat in de winter net zo hard roep dat in de zomer alles beter wordt. Wacht, hadden we het niet over zelf gelukkig worden? Nee, het was deze keer weer zo ver gegaan dat ik van een draaiing van de zon en de aarde, een seizoen, een temperatuuraanduiding verwachtte dat het mij beter zou laten voelen. Ik dacht ineens weer terug aan de mooie vrouw die zo sterk leek met haar woorden. “Je moet eerst zelf gelukkig zijn voordat je gelukkig kan zijn met een ander”

Ik wil het begrijpen. Mijn hunkering naar zelfstandigheid wordt met de dag groter en ik merk dat ik alles wat mij nog aan touwtjes omhoog houdt weg wil duwen. Mijn hoofd roept als een kleuter “Zelf doen!” Toch wil ik niet te hard van stapel lopen. Iemand die begint te rennen zonder naar de grond te kijken valt immers sneller dan iemand die dat wel doet. Ik wil niet vergeten dat ik geluk moet kunnen delen om het te kunnen evenaren. Maar. Wat er nu in mij zit, dat ongelukkige, verveelde, zeurderige spook moet er uit. Misschien betekend dat dat er mensen weg moeten, dingen weg moeten of ik weg moet. Maar ik zal het er uit krijgen. One way or another. Also ga ik binnenkort het huis uit. Dat is ook een ding.

Uitstel.

Procrastinatie. Ja, het is een bestaand woord. Wat betekend het? Uitstellen. Het probleem waar iedereen tegenwoordig mee kampt. Echter ook het probleem waar vrij weinig tips voor zijn die echt werken.  Eerlijk gezegd weet ik ook niet hoe je dit oplost. Ik heb er zelf ook last van, namelijk. Ja, als Madelief de deuren in haar huis niet meer kan sluiten omdat de hoeveelheid meuk op de vloer zo hoog is opgestapeld dat het verstikkingsgevaar oplevert, dan besluit ze dat het tijd is om op te ruimen.

Het leuke is dat de oplossingen die ik voor jullie heb gevonden vrijwel allemaal zijn geschreven met het uitgangspunt “gewoon”. Heb je moeite met motivatie? Dan moet je gewoon dit doen. Bam. Oplossing. Vaak krijg je advies als “Maak een planning”, beloon jezelf en zet de leuke dingen “Gewoon” even aan de kant. Maar als het zo simpel was, waarom zitten dan zoveel mensen met dit probleem?

Goed, waar gaat dit heen, ik zal het je uitleggen. De kans is groot dat je het niet leuk vind om te horen, man, er zullen zelfs mensen zijn die meteen voluit beledigd gaan zitten doen.  Ik denk persoonlijk dat je zelf dondersgoed weet dat ik gelijk heb. Hier komt het.

–  Snelle voldoening –

Het antwoord. Hier heb je hem. Snelle voldoening. Laat het maar even inzinken. Neem even de tijd. Snelle voldoening. Dit is het gene waar wij tegenwoordig overheen kijken. We kijken niet meer naar beloning op lange termijn. Alles moet nu. Even een paar voorbeelden.

– Sporten. Afvallen. Je kan A, elke dag sporten en je gewenste gewicht bereiken in een aantal maanden tot een jaar. Of je kan B,  niets doen en op het moment dat je op de bank zit met een zak patatje joppie chips en GTST je ontzettend goed voelen.

– (Huis)werk. Je kan A, je (huis)werk meteen maken en de rest van de week zonder stress doorkomen of je kan B, alle andere op dat moment nutteloze dingen doen en jezelf ondertussen bekritiseren omdat je niet doet wat je zou moeten doen.

– Eten. Je kan A, thuis met je ouders gezellig aan tafel je bloemkool met kaas ovenschotel wegwerken of je kan B, in de trein bij zo’n handige verkoop meneer met zo’n mooie Kiosk-buidel een flesje suikerwater met prik en een lekkere mars reep kopen.

Begin je te begrijpen wat ik bedoel? We denken steeds minder in lange termijn. Al het genot moet nu, zo snel mogelijk. Als je die manier van denken gaat herkennen in jezelf, dan pas kan je er iets aan doen. Hey, ik merk dat ik, in plaats van dat ik nu mijn werk doe, behoefte heb om tv te kijken. Dat heet herkenning, wat zal leiden naar erkenning en uiteindelijk, ook al duurt het even, een oplossing. Begin klein, kleine doelen. Ik ga de kleding van de grond opruimen, ik ga één opdracht maken, ik ga research doen naar een manier van sporten die ik kan en wil volhouden. Een van de grote fouten die gemaakt worden is dat ‘plannen’ wat zo leuk word aangeprezen, vaak resulteert in het inplannen van alles wat je moet doen. Jij staat dan trots te zijn dat je een planning gemaakt hebt en realiseert je vervolgens dat je een muur hebt gebouwd waar je in drie dagen overheen moet klimmen. “Nope, ik ga tv kijken”

Kleine doelen dus, dan stel je jezelf niet teleur als het niet lukt. Bedenk je ook dat als je eenmaal onder de knie hebt hoe je jezelf er toe kan zetten iets te doen wat je niet leuk vind, je verandert in een soort Arnold Schwarzenegger onder de jongeren. Maar dat is nog ver weg.

Ik zal de komende tijd wat vaker bloggen over dit onderwerp, vooral omdat ik het zelf nodig heb en ik het steeds meer zie gebeuren. Wij mensen hebben de neiging te vergeten wat we allemaal wel niet kunnen. Het is nog al wat.

PS. Deze en andere blogs kunnen aanvallend overkomen op mensen. Als jij vind dat jij een uitzondering bent, trek het je dan niet zo aan. Ik spreek hier mensen aan die het herkennen. Liefs, mij.

Leren.

How to – Depressie herkennen.

Een zwaar onderwerp om mijn afwezigheid mee goed te maken. Nee ik ben geen psychiater, therapeut of deskundige. Ik ben een jonge vrouw die het simpelweg zelf heeft meegemaakt. Depressie. Dat waar discussies over zijn. Is het echt? Wanneer heb je een depressie en wanneer is het aanstelleritus?

Dit is een lijst met punten die zich voor kunnen doen. En nee ik ga er niet subtiel over zijn want ik wil een keer onbeschaamde eerlijkheid over dit onderwerp. Ik zou het namelijk ontzettend hebben gewaardeerd als ik dit had kunnen lezen in die periode. Als mijn vrienden dit hadden kunnen lezen, mijn familie.  Dus let’s go.

Het begin.
– kleine herkenningspunten

  1. Uitslapen. Ja dit is een ding. Natuurlijk slapen jongeren vaak uit, maar dit uitslapen gaat gepaard met vroeg naar bed gaan. Ook het slapen is anders. Het kan verschillen van echt continu moe zijn naar in bed liggen en niks doen of filmpjes kijken op je telefoon. In ieder geval is je bed je vriend.
  2. Er wordt vaker nee gezegd. Op alles. Motivatie is ver te vinden om naar buiten te gaan en je leven te leven.  Hier begint ook de negatieve spiraal subtiel te werken. Je zegt nee, blijft binnen, voelt je naar omdat je niets doet en hebt vervolgens minder zin om naar buiten te gaan.
  3. Vervolg op #2 – Je mist school/werk vaker. Je bent vaker moe/ziek. Gaat afwegen hoe vaak je niet kan komen opdagen voor het op gaat vallen.
  4. Je eetpatroon verandert.  Je eet of te veel, of te weinig. Maar het goed nadenken over je lichaam is even geen prioriteit meer.
  5. Je hebt irrationele angsten over vrienden, geliefde, familie. Negatieve gedachtes jegens iedereen die dicht bij je stond. “Ze vinden me niets meer nu” “Er is no way dat hij nu nog bij me blijft” “Waarom gaan jullie nog met me om”

De Depressie
– Dit is wat kan volgen, de depressie

  1. Je ligt continu in bed. Je bed is niet alleen je vriend, maar ook je save haven. De dekens luisteren naar je, het matras houdt je vast als je huilt. Uit bed gaan voelt als een ontzettende grote fout. Je kijkt filmpjes, bent emotioneel of slaapt voor lange periodes overdag en ’s nachts.
  2. Je toont weinig emotie, tot het ineens allemaal naar buiten komt. Je voelt je óf neutraal, óf zwaar zwaar kut. Als je je neutraal voelt, voel jij je goed. Dat zijn de goede moment. “Goed” voelen gebeurt eigenlijk niet meer.
  3. Contact wordt gemeden. Eigenlijk niemand kan dezelfde save haven meer creëren als je bed of je moeder, misschien nog. Je kijkt af en toe op je social media, maar het aanblik van de, zonder jou te missen, nog steeds doorlopende wereld helpt voor geen meter.  Je liegt ook over hoe je je voelt.
  4. School en werk hebben geen prioriteit meer. Die opleiding maak ik een andere keer wel af. Je hebt een ontzettende goede reden gevonden om je collega’s ervan te overtuigen dat je echt niet op werk kan komen, of je komt niet meer opdagen.
  5. Als je buiten komt ben je bang. Je bent bang voor alles en iedereen. Boodschappen doen is een opgave, wandelen is een opgave. Douchen, eten klaarmaken, stofzuigen. Alles kost veel en veel meer moeite dan voorheen.
  6. Hobby’s en interesses staan letterlijk of figuurlijk in de kast. Je haalt je kort durende fijne gevoel nu uit andere dingen. Makkelijkere dingen.

Ten eerste wil ik tegen degene die deze punten herkennen, bij zichzelf of een ander, zeggen dat het belangrijk is hier over te praten. Ga GEEN ADVIES OPDRINGEN. Al helemaal niet als je het zelf niet meegemaakt hebt. Als je aankomt met onzinnige, niet helpende dingen als ‘je moet gewoon naar buiten’ of ‘denk aan de leuke dingen in het leven’ dan kom ik persoonlijk uit de dichtstbijzijnde struik rollen om je in je gezicht te slaan. Niet alleen klinkt je als ieder andere onwetende eikel die ze al dertig keer per dag tegen komen. Ook helpt het advies niet. Niet eens een beetje.

Schrap het woord “Gewoon” uit je vocabulaire. Hier ga ik nog een keer een boek over schrijven. Het is namelijk een ontzettend naar woord. “gewoon” duidt er namelijk op dat iets zomaar zou moeten kunnen.  Als jij tegen iemand zegt dat ze “gewoon naar buiten moeten” en ze kunnen dat niet, voelen ze zich niet alleen kut omdat ze niet naar buiten gaan, maar ook omdat ze daarom dus niet “gewoon” zijn.  Je wrijft het er in dat ze het niet kunnen. Dat woord hoort zou met “YOLO”, mensen die elkaar “Mannetje en vrouwtje” noemen en “Swag” in een duizend meter diepe kuil gegooid moeten worden en onder drieëntwintig lagen beton gegoten moeten worden.  Dat iets gewoon is voor jou, betekend NOOIT dat het ook gewoon is voor iemand anders.

Bedenk je dat iemand die een depressie heeft, geen tot weinig mogelijkheid meer heeft om plezier te voelen. Blij te zijn. Bedenk je je dat eens in, dat je met je lekkere wijntje bij je leuke serie en je vriendje op de bank zit en je door en door naar voelt. Dat alles wat je voorheen fijn en leuk vond weg is. Dit vaak zonder dat je weet waarom. Je bent bang, je begrijpt niet waar het vandaan komt. Je wordt moe, je wilt niet meer. Leven lijkt een te grote opgave en de dood lijkt een fijnere oplossing dan dit. Zo voelt een depressie. Daarnaast kan je het niet laten zien. Als je een lichamelijke ziekte hebt kan je het meestal zien.  En als je het niet kan zien geloven mensen je toch. Een depressie valt niet te zien. Je kan niet zeggen “Kijk naar mijn haaruitval, dit is depressie” of  “Kijk naar mijn wonden, DIT IS DEPRESSIE” Nee. Geef iemand met depressie nooit het gevoel dat ze het aan jou moeten bewijzen.

Nee, vraag er naar. Als iemand zich open stelt om er met jou over te praten, zet jezelf dan volledig aan de kant. Vraag er naar, vraag er op door. Maak voor jezelf de keuze om iemand echt te helpen. Waag het niet je volledig in te zetten en je dan halverwege te bedenken dat je er geen zin in hebt. Ja je gaat ruzie krijgen. Ja je gaat boos zijn, verdrietig. Maar als je echt van de persoon met depressie houdt zet je door. Natuurlijk zijn ook hier op uitzonderingen. Maar over die situaties heb ik het nu niet. Besef je wel, dat ondanks je goede intenties, je nog steeds geen echte oplossing bent of kan bedenken. Iemand die echt diep in een depressie zit zal altijd professionele hulp nodig hebben. Maar dat betekend niet dat jij geen verschil kan uitmaken.

Vraag naar de nare dingen, de minder nare dingen. Pas als je daar echt klaar mee bent kan je misschien wat ervaringen delen. Maar begin klein. Niet “Ga naar buiten” maar “zet je raam open” Ja, zo klein. Voor de mensen die dit lezen die zelf depressie hebben, begin klein. Kleine doelen. Zoals “Vandaag ga ik proberen te douchen” “Vandaag ga ik beneden tv kijken” Stel doelen waarvan je voelt dat je ze zelf ook echt aan kan. Zo voorkom je teleurstelling naar jezelf.

Wat voor mij tevens heeft geholpen was een keer in de week op therapie gaan. Er over praten. Langzaam opbouwen.  Met mensen praten over wat zij allemaal deden die dag. Af en toe even niet over de depressie praten dus. Kleine fijne dingetjes op je kamer zetten. Een geurkaarsje, warme sloffen dragen. Ik verwacht niet van je dat het alles op lost, maar het is een begin. Een begin naar het einde. Het einde van de depressie.

Weg.

Soms vergeet ik het even. Dan heb ik een paar dagen door geleefd en gedaan en realiseer ik me dat ik het even vergeten was. Wat ben ik eigenlijk aan het doen? Waar heb ik aan gedacht? Waar ben ik geweest en met wie? Een vriendin van mij zegt wel eens “Ik weet niet eens meer wat ik gister gegeten heb” En zo raar is dat niet. Het menselijk brein filtert zo’n 90% van alle prikkels die je binnen krijgt. 90% van alles dat jij ziet, ruikt, hoort, voelt en denkt vergeet je. Nee, gek is het niet. Maar een reden om onbewust te leven? En wat is onbewust leven eigenlijk?

Ik heb het over “Het regent zonnestalen” fenomeen. Het je realiseren dat je zoveel jaren achter je hebt liggen die je bent door gewaaid zonder daar bewust van zijn geweest, maar dan in het klein. Het wakker worden, je taak volbrengen en weer gaan slapen fenomeen. En niet alleen dat. Het hebben van volledige gesprekken zonder na te denken bij waarom jij eigenlijk zo reageert en waar die persoon het nou eigenlijk echt over heeft. En weet je eigenlijk wel wat er gebeurd in de wereld om je heen? Waar de make-up die jij dagelijks op je voorhoofd smeert vandaan komt? Waarom er steeds meer onrust is in de wereld?

Als mensen aan “bewust” denken, denken ze aan bakfietsen, powerfruit en nieuwe toffe work-outs die een of andere totaal-talentloze-toevallig-beroemd-geworden-goed-gevormde-celebrity ineens bedacht heeft. Leuk, echt, het is een stap de goede kant op. Maar word er gedacht aan welke chemicaliën-bevattende-douchegel je na die work-outs op jezelf smeert? Kijk. Ik begrijp dat alles bijhouden moeilijk is. Ja, dan blijft er vrij weinig over, ik snap het.

Als jij door hebt wat je aan het doen bent en daar achter staat hoor je mij nergens over. Maar ondanks dat er steeds meer contacten worden gelegd in wereld lijken we steeds meer in onszelf te keren. Waar is onze nieuwsgierige aard heen? Waarom word niets meer in twijfel getrokken? Waarom geloven we alles dat gezegd er wordt? En waar is onze fantasie? Onze wanderlust? Wanneer heb jij voor het laatst slagschepen in regenwolken gezien? Wanneer heb jij voor het laatst met een vreemde gepraat?  Wanneer heb jij het nieuws gekeken? Wanneer heb je voor het laatst op een etiket gekeken?

Waar ben je eigenlijk mee bezig?

Schreef.

Er is geen mogelijkheid om dit onderwerp in een enkel bericht te omvatten. Het is een maand geleden dat ik voor het laatst schreef en zelfs nu merk ik dat ik neig naar het weg klikken van de pagina. Als ik zou zeggen dat er te veel is om op te noemen, zou ik in die zin perfect het probleem en de oplossing opsommen. Maar goed, ik zal vertellen waar dit over gaat door te beginnen met een discussie die ik niet lang geleden gevoerd heb.

Ik had toen der tijd wel gehoord van het hele the New World Order en het illuminatie “gedoe” gehoord, maar ik wist (weet) er niet veel van. Tijdens een Engels-les kwam ik tegen over iemand te zitten die naar eigen zeggen enorm veel tijd in gestoken had in het onderzoeken van het voorgenoemde onderwerp. Ik merkte dat ondanks het makkelijk was hem voor gek te verklaren, ik daar geen behoefte aan had en gooide mijn roer om. “Goed, ik zal luisteren naar wat je te vertellen hebt.” zei ik, en hup, het in mijn ogen doelloze geraaskal sloeg met mijn roer om in een interessante discussie. Ik heb in pakweg een uur tijd enorm veel informatie naar mijn hoofd gekregen en sinds die dag bleef het onrustig.

“Ohgod, Madelief is paranoïde” Rustig maar, dat ben ik niet. Sterker nog, ik heb het gevoel dat mijn gedachtenstorm eindelijk even is gaan liggen en ik duidelijk kan zien waar ik heen ga. Het ging mij namelijk niet om het verhaal, nee, wat ik me ben gaan realiseren is dat ik, Madelief Okhuijsen, verdomd verdomd verdomd weinig weet. God, wat weet ik weinig. Ik heb me gerealiseerd dat, ondanks je geloof of overtuiging, er zoveel gebeurd in de wereld momenteel en wij dat gewoonweg niet door hebben. Wat zijn er veel mensen die hun kennis baseren op het nieuws, angst zaaide berichten over terroristen en aanslagen terwijl er zo veel meer is. Er is zo veel meer dan alleen school, werk en uitgaan, zoveel meer dan alleen jij en ik.

Nee, ik kan onmogelijk uitleggen wat er in mijn hoofd om gaat. Ik zou hypocriet zijn vragen te beantwoorden met de minieme hoeveelheid kennis die ik bezit. Maar wat is er gebeurd met de nieuwsgierige aard van de mens? Sinds wanneer vergeten we verder te kijken dan onze achtertuin lang is? Sinds wanneer laten we alles voor ons doen? Als kuikens laten we ons bekje vol spugen met het voorgekauwde nieuws dat we lezen op Facebook, we zien op tv of lezen in de krant. Nee, het lezen van literatuur, het onderzoeken van filosofie of het ontdekken van de wereld in je eigen gedachten is niet vanzelfsprekend.

Zoals ik al aangaf, weet ik nog steeds vrijwel niets maar er is iets wakker geworden in mij. Een honger naar leren. Niet weten, maar leren. Het zoeken naar primaire bronnen en deze gebruiken om mijn eigen verhaal te creëren. Ik wil niet meer naiëf zijn. Ik wil ervaren, ik wil testen, grenzen definiëren/opzoeken/overschrijden. Wat een prachtig wit, ongerept schoon vel papier ligt er voor me oh, er is nog zo veel te doen.

Los.

Zodra ze aan de andere kant van de duinen de zee in zicht kreeg deed ze haar haren los en trok haar schoenen uit. Met opgerolde broekspijpen stapte ze het koude water in. De man stond van een afstand gefascineerd te kijken, een vragende blik in zijn ogen. “Je bent mooi” Maar zijn woorden bleven haken in de milde wind. Hij wist dat ze niets zouden zeggen. Zo zal het vandaag gaan, afgesproken stilte. Opkijkend uit zijn gedachte realiseerde hij zich dat ze al een stuk verderop was. In de verte rende ze, haar armen gespreidt als een kind dat een vogel na doet. Hij begreep het niet en het onbegrip was aanwezig als een ontstoken wond. Jaloezie, misschien. Het loslaten van alles dat ze had, dat ze was. Hij had het gevraagd, hoe ze dat deed en ze had met een glimlach geantwoord. Hij ging zitten. Groef zijn voeten in het zand en pakte een schelp op. Alles in zijn leven was gelopen zoals hij het wilde. Alles was prima zoals het ging, totdat hij haar tegen kwam. Ze was niet anders, op het eerste gezicht leek ze een gewone mooie, jonge vrouw. Zonder pardon had ze hem meegetrokken in haar wereld. Niet lieflijk aan zijn hand, maar hardhandig en uit het niets. Ze had hem uitgedaagd en hij was over zijn plotse verliefdheid gestruikeld. Hij was plat voorover gegaan, zonder de kans zichzelf op te vangen.

Een grotere golf nadert en hij schrikt op. Het water stroomt om zijn benen en doordrenkt de zachte stof van zijn broek. Hij blijft zitten, laat de kou zijn huid binnen dringen. Een van de stipjes verder op zal zij zijn. Hij staat op en zet het op een rennen. Zijn koude benen protesteren maar het deert niet. Hij rent, schrikt groepen meeuwen op en speelt tikkertje met de golven. Als hij haar passeert komt ze lachend achter hem aan rennen. Hij knoopt zijn overhemd los en trekt zijn broek uit. Zonder verder na te denken rent hij het water in. “Je hebt me” schreeuwt hij “ik geef over”

Wist.

Lief schrijven, hier ben ik weer. De laatste dagen is mijn behoefte om sentimenteel te zijn met minstens zevenhonderd procent gestegen. Ik kijk romantische komedies en luister naar Ed Sheeran, maar niets kan me afleiden van hoe ik me voel. Lief schrijven, het gaat niet zo goed. Ik begin me weer dingen af te vragen waar ik geen antwoord op weet. Waarom mogen mensen me vaak niet? Of waarom zeg ik zo vaak dingen die mensen naar vinden om te horen? Het lijkt net alsof ik het niet meer zie of niet door heb. Ik ben onzeker. Ik vergeet dingen, en oh, het gaat zo snel allemaal. Dagen schieten voorbij, ik mis van alles. Vergeet alles dat los en vast zit.

Lief schrijven, als ik me zo voel als nu lijken slechte metaforen de enige manier te zijn om mijn gevoel te uiten. Soms vergeet ik dat ik me nog kan uiten, ik heb werkende handen, een werkende tong. En hoewel ik graag wil praten over hoe ik me voel, het lijkt er niet uit te komen zoals ik me dat bedenk. Ik zou ook niet weten hoe ik dat zou moeten doen, en ik weet ook dondersgoed dat dit mijn grootste probleem is. Lief schrijven, waarom is het zo moeilijk om te communiceren? En nee, wat mensen van mij zien is geen masker, ik zou ook eerlijk gezegd niet weten hoe ik blijheid zou moeten faken. Ik weet gewoon niet wat ik moet doen als ik me niet super geweldig voel. Lief schrijven, waarom is een stoornis hebben zo moeilijk. Ik wil het daar niet op afschuiven, want ik weet eerlijk gezegd niet eens of dit daar bij hoort. Autisme is zo ongrijpbaar als de wind.

En lief schrijven? In zulke periodes als deze heb ik eigenlijk maar een antwoord. “Ik weet het niet.” Ik heb in mijn gebruiksaanwijzing een lege pagina op de plek waar het antwoord zou moeten zitten. Soms schrijf ik wat op en dat onthou ik dan voor de volgende keer. Het probleem is alleen dat deze periode al bijna een jaar duurt. Soms is het minder, dan gaat het allemaal redelijk en lopen dingen zoals ik ze plan. Maar op momenten als deze is het allemaal een grote chaos.

Lief schrijven, vandaag heb ik even geen leuk einde voor je. Ik stel me open naar jou, want jij lijkt mijn hoofd voor even te legen. Zie je, ik heb beloofd niet alles mooi te maken op mijn blog en dat doe ik dan ook niet vandaag. Ik ben wel blij dat je er was. Dat wel.

ADD

Het geschreven woord. Indirecte communicatie. Letters, zinnen, alinea’s en boeken. Ik heb nooit helemaal begrepen wat iemand taalvaardig maakt. Wat een boek goed maakt. Hoe je iets zodanig kan vormen dat het fijn is om te lezen. Wat ik wel weet is dat ikzelf schrijf naar gevoel. Dat gevoel zit vast aan een drijfveer die word aangestuurd door een onbekende energiebron. Ik heb al meer dan een week niet geschreven en ik ben ook erg teleurgesteld in mezelf hierom. Toch pak ik de draad weer op, simpelweg omdat het me wel voldoening geef als ik het doe.

Ik heb eerder geschreven over waarom ik het moeilijk vind om een probleem te delen. Dat mensen vaak oppervlakkig reageren door over zichzelf te beginnen, of simpelweg geen interesse tonen. Een van de dingen waar ik tegenaan loop in mijn leven is ADD. Ik ben hiermee gediagnosticeerd toen ik veertien jaar oud was. De diagnose liet een heleboel op z’n plaats vallen en het verklaarde perfect waarom ik zo chaotisch was.

Als ik mensen vertel dat ik ADD heb, krijg ik doorgaans dezelfde reacties.
– “Oh dat heb ik ook” Nee, je hebt het niet. Dat je wel eens zit te dagdromen en drie maanden geleden je sleutels vergat toen je op theebezoek was bij je tante betekent niet dat je ADD hebt. Er lopen op deze aardbol iets teveel mensen als jij rond die besluiten een stoornis te hebben omdat het leuk en interessant klinkt. Dit geld ook voor de mensen die OCD zouden hebben omdat ze hun boekenkast op kleur hebben staan. Flikker op want niemand neemt je serieus. Deze aandoeningen zijn vervelend, ze belemmeren mensen in hun dagelijks leven en het is bij sommige mensen zo erg dat ze hun huis niet uit kunnen. Ja ik ben boos, want tegenwoordig zien mensen het verschil niet meer tussen een karaktertrek en een serieus probleem. Zelfs de psychologen die de tests doen lijken het verschil niet meer te kennen. Je wordt dezer dagen namelijk niet getest op autisme, maar je wordt getest op het type autisme. Vraag mij niet waarom, maar het lijkt ook ineens een hype te zijn om ‘socially awkward’ te zijn. “Hahaha kijk mij nou want ik heb geen vrienden” Ik ken mensen die echt moeite hebben met het huis uit komen, die moeite hebben met verbale en non-verbale communicatie. Je bent niet zielig, stop met dat gelieg tegen jezelf en iedereen om je heen. En als je echt denkt dat je iets hebt, ga dan naar een dokter of specialist. Mensen met serieuze problemen smeren het niet in ieders gezicht.

Ik ben in twee weken tijd mijn portemonnee, pinpas, ukelele en koptelefoon kwijt geraakt. Als ik in een bus zit kan ik in huilen uitbarsten omdat ik zoveel prikkels binnenkrijg. Ik ben snel moe, enorm chaotisch en ik heb er last van. Ik zou wensen dat ik niet zo was. Dat ik niet bang ben voor openbaar vervoer omdat ik steeds dingen kwijtraak. Dat ik mensen weer teleurstel omdat ik iets vergeten ben of te laat kom. Soms ben ik echt bang dat er iets mis met me is omdat ik dingen helemaal niet meer kan herinneren. Dingen die mensen vertellen, of dingen die gebeuren. Het is eng en het maakt me onzeker. Meer dan daar vanaf komen zou ik wensen dat mensen zichzelf en elkaar weer serieus gaan nemen. Het is geen wedstrijdje, maar zo voelt het wel. Als ik vertel dat ik ADD heb en iemand zegt dat ze dat ‘waarschijnlijk’ ook hebben, voel ik me niet serieus genomen. Ook de andere kant om, dat ze me niet geloven. “Oh, ja iedereen lijkt dat tegenwoordig te hebben” Het is echt (sorry voor het volgende) fucking irritant. Iedereen kent wel zo iemand. Die elke dag van de week een andere smerige rip-off van een stoornis lijkt te hebben. De uitvinders van de ‘Zelf-diagnose’ De enige remedie bij deze mensen is een grote dikke plak ducktape op hun gezicht.

Dag 7/8

In de loop der jaren is mijn opinie op het geloof enorm gewisseld. Van gelovig naar niet gelovig, van atheïst naar het uitdagende van alles duister. Ik ben protestants opgevoed. Ben tot mijn zestiende naar de kerk geweest, maar heb daar nooit rust gevonden. Toen ik van mijn ouders zelf mocht kiezen was het snel klaar. Ik heb nog een tijdje in de jongerenband van de kerk gezongen, ben een paar keer langs geweest maar het altijd vrij afwezige gevoel nam de overhand en ik besteedde er geen aandacht meer aan.

Ik ben nu negentien en zelfs nu worstel ik nog met het in mijn gedachten gegraveerde idee van god. Ik heb immers verschillende lentes lang elke zondag gezongen over deze man. Dit mysterieuze idee van tijd en ruimte, deze oplossing voor het raadsel dat wij als mensen willen oplossen. En oh het is zo makkelijk, want het antwoord is God. Nee, ik zie er van af. Ik geloof in loslaten. Loslaten van vragen, vrede zoeken in je onwetende hersenmassa, want dat is de enige plek waar je het zal vinden.

God is jarenlang voor mij een nachtlampje geweest. Ik was het bange kind in bed. Ik dacht dat als ik dat schakelaartje om zou zetten, en het licht zou verdwijnen ik opgeslokt zou worden door duisternis. In plaats daarvan wenden mijn ogen aan donker. Ik probeer hiermee niet een beeld te schetsen van bange christenen, ik schets hiermee een beeld van mezelf. Ik hoorde een keer een verhaal over een vrouw die door het dorp rende met in de ene hand een fakkel en in de andere hand een emmer water. Toen een voorbijganger vroeg wat ze aan het doen was zei ze “Ik ga de hemel verbranden en de hel uitdoven, opdat de wereld niet zal geloven om het hellevuur te ontwijken, of naar de hemel zal verlangen, maar zal geloven in God, en God alleen” Ik realiseerde me dat ik dat nooit zou kunnen. Mijn geest overgeven aan God en daarbij volledig afhankelijk te zijn. Het voelde als een narcose die niet goed werkt. Alsof ik verdoofd zou moeten zijn maar dat niet lukte. God heeft mij nooit zo geraakt.

Als ik in een periode van wel geloven was, voelde het nep. Geforceerd. Ik voelde me onder druk gezet door mijn eigen gedachten en had het gevoel dat hoe erg ik God ook uitnodigde in mijn leven, hij een indringer was in mijn huis. In de periodes van afkeer jegens het geloof was ik bang, bang voor de duisternis. Bang dat mijn ziel kwetsbaar zou zijn zonder de aanwezigheid van de almachtige. Het tegendeel bewees. In de momenten dat ik normaal naar de bijbel zou grijpen, keerde ik en mezelf en zocht naar rust. Ik ben jarenlang bang geweest in het donker, ook dat verdween. Ik liet het los.

Met de depressie kwamen de vragen terug. Mijn moeder vroeg me mee naar de kerk en ik ging. Eenmaal in de zaal werd ik onrustig. Ik begon te huilen en trillen en ik voelde me onveilig en bedreigd. Voordat de dienst begon had ik mijn moeder overgehaald naar huis te gaan. Sindsdien kom ik alleen met kerst in de kerk. Voor mij is dat de perfect balans. Ja, soms wil ik nog steeds geloven, omdat het me makkelijk lijkt. Wanneer ik het antwoord vergeet op een vraag en dat antwoord zo makkelijk zou zijn.

“Mijn dagen zijn gevuld met het beantwoorden van vragen

Zal ik slagen? Zegevieren zonder zegen van een onbekende god

Die mij moet drogen als de regen neerslaat, mijn schip vergaat

Als een keuze voor het leven, alles geven in ruil voor

Maar ik schud nee en ik verlaat al mijn gedachten

En plots is de wind veel zachter”